Hendrik Willemszoon Hesselink en Catherina Blaupoot
Aan de Oudeweg 41 bij Westerbroek ligt de buitenplaats Vaartwijk, ook wel een veenborg genoemd. Het is ontworpen door vermoedelijk L.P. Roodbaard[29] voor Hendrik Willemzoon Hesselink en Catherina Blaupoot. Het is overduidelijk geen borg op een borgstee en er heeft dus ook nooit een jonker of een adellijk geslacht gewoond. Voor zover bekend berust het grootse deel van het archief van de buitenplaats bij de Groninger Archieven, maar een deel schijnt nog steeds in privé bezit te zijn. Onderstaand is de geschiedenis van Vaartwijk en het geslacht Hesselink weergegeven. De gegevens zijn met name afkomstig van de Groninger Archieven[1]. Volgens de huidige bewonder heeft L.P. Roodbaard de veenborg niet ontworpen, maar alleen de tuin.
Een vergrote afbeelding uit een onbekend jaar. Het gebouw links is later afgebroken. Het gebouw met de bewoners rond 1901. Bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen.
Graanhandel
Op 1 augustus 1874 wordt bij notariële akte, verleden voor notaris R.A. Quintus, opgericht een vennootschap onder firma, door H. Helder Pzn. en S. Hesselink, met het doel om handel te drijven in vlas, heede, wol, lijnzaad en granen. Als plaats van vestiging wordt gekozen de Lage der A, nabij de noordzijde van de Speldemakersgang. Hiervoor zijn in 1875 aan de Lage der A, hoek Speldemakersgang twee pakhuizen en een woning - de woning is omgebouwd tot kantoor - aangekocht, terwijl het gebouwenbezit in 1879 door de aankoop van enkele panden aan de noordzijde van de Speldemakersgang is uitgebreid. De firma drijft aanvankelijk ook handel in vlas maar als naar verloop van enkele jaren blijkt, dat de handel in granen het meest levensvatbaar is, raakt de vlashandel geleidelijk op de achtergrond. Eén speciaal artikel echter wordt lijnzaad.
Vaartwijk in de herfst. Foto: ©Jur Kuipers.
Na het overlijden van S. Hesselink op 14 oktober 1894, zet H. Helder Pzn. als enig overgebleven firmant de zaken onder de zelfde naam voort tot het jaar 1907. In genoemd jaar zet Helder de firma om in de ‘NV Helder en Hesselink's graan- en zaadhandel’ waarvan hij zelf directeur blijft, terwijl twee van zijn medewerkers tot mede directeuren worden benoemd. Helder blijft directeur van de NV tot hij ontslag neemt in 1914. De zoon van Simon Hesselink, Hendrik, wordt dan tot procuratiehouder benoemd. Tijdens de eerste wereldoorlog breekt er voor de graanhandel een moeilijke periode aan. Als de moeilijkheden zich na de eerste wereldoorlog, door de problemen op de graanmarkt, nog opstapelen, wordt er tot liquidatie van het bedrijf besloten. In het jaar 1920 wordt het onroerende goederenbezit, gelegen aan de Lage der A, hoek Speldemakersgang, te koop aangeboden.
Afbeelding boven: De achterzijde van de veenborg. Hierop is een deel van de gracht nog duidelijk zichtbaar. Het is niet bekend wie de personen zijn. Bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen.
De hal van het gebouw rond 1901. Bron: ©RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen.
|
Op de foto hierboven van de hal van het gebouw rond 1901 is rechtsonder nog net een klein stukje van een bank te zien. Op deze foto staat de volledige halbank die geschonken is aan het Groninger Museum die het op haar beurt in bruikleen heeft gegeven aan de Fraeylemaborg. Foto: J.C.W. de Sauvage Nolting. |
Familie Helder
Hendrik Helder Pzn., geboren op 26 maart 1849 te Aalsum bij Dokkum, waar zijn vader een houthandel drijft, trouwt op 15 oktober 1873 met Anna Geertruida Hesselink (1850-1931) en richt op 1 augustus 1874 met zijn zwager de graanhandel Helder & Hesselink op.
Van dit bedrijf is hij tot 1907 firmant en van 1907-1914, na de omzetting van het bedrijf in een NV, directeur.
De heer Helder woont aan de Hoge der A nr. 9, een huis dat hij in eigendom bezit. Tot aan haar dood in 1955 blijft zijn dochter, Catharina, in het genoemde pand wonen.
Voorts bezit de familie Helder nog een huis aan de Lutkenieuwstraat. Krachtens erfrecht en koop heeft de familie Helder (van de zijde van mevrouw Anna Geertruida Helder-Hesselink) verschillende bezittingen te Westerbroek en omgeving verkregen.
Ook heeft Helder aandelen in de steenfabriek te Oostrum, van zijn broer Jan, later een NV met als directeur de zoon van Jan, Pieter.
Een andere broer van Helder, Engbert, beheert een brood- en vermicellifabriek, later biscuitfabriek in Zwolle, die door hem samen met zijn broer Hendrik en zijn zwager Simon Hesselink is opgericht. Steenfabriek te Oostum is ook een onderneming geweest van H. Helder Pzn.
Foto links: De latere tekening uit 1885.
Bij de bovenstaande tekening
Een oude tekening van borg, bijgebouwen en tuinen in 1802, getekend door: dr. Gerrit Hesseling (1755-1811). Hij was hoogleraar aan het doopsgezind seminarium te Amsterdam. Mr. Drs. J.C.W. De Sauvage Nolting voegt hier aan toe:
'Ik heb bij de familiepapieren nog de brief van Gerrit aan zijn broer Willem en schoonzuster Trijntje van 29 maart 1803 die vergezeld ging met de houten kast waarin de tekening zat. Ik heb hier zelf in de hal een latere versie van de tekening hangen gemaakt in 1885. Ik heb hier in de eetkamer grote portretten uit de achttiende eeuw hangen van Willem Jacob Hesselink en Trijntje Hesselink. Zij waren nogal bemiddeld zo valt te lezen in dit artikel. Zij kopen huize Vaartwijk op 8 maart 1798. Ik heb hier in de eetkamer grote portretten uit de achttiende eeuw hangen van Willem Jacob Hesselink en Trijntje Hesselink. Mijn vader vertelde altijd dat zijn vader, Hendrik/Henri de Sauvage Nolting (1886-1961), als klein jongetje de zomers op Vaartwijk doorbracht bij zijn Groningse familie en de kinderen dan met elkaar sliepen in een huisje dat direct naast de borg stond. Op oude foto’s is dat huisje nog te zien maar inmiddels is dat afgebroken'
De familie Hesselink
Willem Hesselink Wz., zeepzieder, geboren op 5 april 1752 te Groningen, trouwt op 18 augustus 1784 met Trijntje Alberts Hesselink[2], een dochter van Albert Hesselink en Heijltje Blaupot. Het jongste kind uit dit huwelijk is Hendrik, die op 12 augustus 1846 huwt met Catharina Blaupot. Dit echtpaar bewoont huize Vaartwijk te Westerbroek, in welke plaats Hendrik Hesselink vervener is. Uit dit huwelijk worden 4 kinderen geboren, waarvan de oudste vroegtijdig overlijdt, het tweede kind Anna Geertruida huwt met de graanhandelaar Hendrik Helder Pzn. De jongste dochter, Heiltje, trouwt met Casper de Sauvage Nolting, leraar te Amsterdam. Verderop zijn de genealogische gegevens opgenomen.
De enige zoon Simon Hesselink, trouwt met Eva Helder, zuster van Hendrik Helder Pzn., medefirmant in de graanhandel Helder en Hesselink. Simon Hesselink bezit naast zijn huis aan de Westersingel nog verschillende landerijen te Westerbroek, Scharmer en onder Niehove. Te Westerbroek bezit de familie Hesselink de buitenplaats ‘Vaartwijk’. Aanvankelijk wordt deze als permanente woning en later als zomerverblijf gebruikt. De 44 jarige Simon overlijdt op 14 oktober 1894 te Groningen[3].
Als in 1954 mejuffrouw Catharina Hesselink, dochter van Simon Hesselink, overlijdt, worden de bezittingen te Westerbroek, die zij nog bezit, voor zover het landbouwgronden zijn, verkocht en de woeste gronden geschonken aan de ‘Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten’.
De archieven
De archieven zijn na het overlijden van mejuffrouw Catharina Helder in 1955 overgebracht naar het gemeentearchief, als archief van de NV Helder en Hesselink's graan- en zaadhandel. Bij inventarisatie echter is gebleken dat zich tussen de stukken van de graanhandel ook een groot aantal familiepapieren van de families Helder en Hesselink bevinden. In 1975 wordt nogmaals door mevrouw Hesselink uit Norg een aantal familiepapieren overgebracht. De archiefstukken zijn in een redelijke staat aangetroffen.
Vaartwijk in de herfst. Foto: ©Jur Kuipers.
Genealogie familie Hesselink
|
Willem Jacob Hesselink. Bron: J.C.W. De Sauvage Nolting. |
|
Trijntje A. Heselink. Bron: J.C.W. De Sauvage Nolting. |
I. De 36-jarige Doopsgezinde Willem J. Hesselink, geboren 5 april 1752 te Groningen, overleden 11 september 1803, huwt op 18 augustus 1784[4] de 18-jarige Trijntje A. Hesselink, geboren op 29 januari 1768, als dochter van Albert Hesselink en Heijltje Blaupot.
Kinderen:
1e. Jacob , geboren 23 september 1785[5] , overleden 29 september 1785
2e. Albert , geboren 17 februari 1787[6]
3e. Jakob , geboren 28 februari 1789[7]
4e. Heijltje , geboren 18 februari 1791[8]
5e. Derk , geboren 11 november 1792[9]
6e. Hindrik , geboren 29 juli 1796 [10]
Alle kinderen zijn geboren te Groningen.
II. Hindrik Hesselink (Willemszoon), (= I.6), verveener, geboren te Groningen 29 juli 1796, overleden 27 maart 1867 [11], hij is dan 70 jaar, zoon van Willem Hesselink, koopman en Trijntje Hesselink, trouwt 12 augustus 1846[12] te Groningen met 29-jarige Catharina Blaupot, geboren 31 januari 1817, overleden op 84-jarige leeftijd op 27 november 1901 [13], dochter van Simon Pieter Blaupot, koopman, en Anna Getruida Kijff[14].
Kinderen:
1e. Trijntje, geboren 12 januari 1849 te Westerbroek, overleden 18 maart 1851[15].
Trijntje is slecht 2 jaar geworden.
2e. Anna Geertruida, geboren 25 maart 1850[16]
3e. Simon, geboren 25 maart 1850 [17]
4e. Heiltje, geboren 10 mei 1860 [18]
Op 2 augustus 1847 wordt te Westerbroek nog een doodgeboren kindje vermeld[19]
III 1 Simon Hesselink, geboren op 25 maart 1850 en overleden, 44 jaar oud, commissionair, op 14 oktober 1894[20], zoon van Hendrik Hesselink en Catharina Blaupot, trouwt te Groningen op 12 januari 1885 met Eva Helder, geboren te Aalsum (Fr.) 9 april 1854, dochter van Pieter Helder en Grietje v.d. Heulen. Hij is medefirmant in de fa. Helder & Hesselink, graanhandel, te Groningen, landeigenaar en mede oprichter van de firma Helder & Co., later de N.V. Zwolsche biscuitfabriek.
III 2 Anna Geertruida Hesselink, geboren 25 maart 1850[21], overleden, 81 jaar oud, op 13 november 1931[22], dochter van Hendrik Hesselink wz. en Catharina Blaupot, trouwt op 15 oktober 1873 met de 24-jarige Hendrik Helder, binnenlandsch agent, geboren 26 maart 1849 te Aalzum, gemeente Oostdongeradeel, zoon van Pieter Helder, handelaar en Grietje van der Meulen[23], overleden 19 juni 1926, in leven graanhandelaar te Groningen. Anna Geertruida heeft één broer, Hendrik Helder (1874-1897). Ongehuwd overleden.
|
Heiltje de Sauvage Nolting-Hesselink (1860-1918), de grootmoeder van Jan C.W. De Sauvage Nolting. Bron: J.C.W. De Sauvage Nolting. |
|
Hendrik Hesselink, 1866. Bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen. |
III 3 Heiltje Hesselink, 22 jaar, geboren 10 mei 1860, overleden 19 augustus 1918, dochter van Hindrik Hesselink wz. en Catharina Blaupot, trouwt op 20 december 1882 te Groningen, de 25 jarige Casper Willem de Sauvage Nolting, leraar geschiedenis, schoolopziener en later wethouder van onderwijs te Amsterdam[24], zoon van Willem Dirk Nolting, lakenhandelaar en Petronella de Sauvage. Caspter Willem heeft bij Koninklijk Besluit van 14 september 1883 zijn achternaam laten veranderen in ‘de Sauvage Nolting’.
IV 1 Catharina Hesselink, 25 jaar, geboren 5 februari 1886, dochter van Simon Hesselink en Eva Helder, overleden, 40 jaar oud, 16 september 1926[25], trouwt op 10 mei 1911 met de 29-jarige Jan Hugo ter Spill, zoon van Cornelis ter Spill en Antje Eelkes van Kleffens, geboren te Delfzijl[26] 25 januari 1881, arts te Rolde en te Groningen, overleden te Bilthoven 5 januari 1949. Jan Hugo ter Spil hertrouwt met M.A. Kampfraath.
2 kinderen uit laatste huwelijk:
1e. Jan Hugo , 25 oktober 1939
2e. Anna Elisabeth, 18 december 1941.
IV 2 Hendrik Hesselink, geboren 21 december 1888 te Groningen, overleden 12 juni 1972 te Norg.
Hij Is kassier commissionair in effecten, heeft de biscuitfabriek Helder & Co. te Zwolle, zoon van Simon Hesselink en Eva Helder, getrouwd te Zeist op 15 augustus 1946 met Margaretha Gertrui Steenhuisen, geboren 20 augustus 1902 te Dürenbach (Elzas), eerder gehuwd geweest met mr. H.J. Buwalda te Groningen.
Vaartwijk in de herfst. Foto: ©Jur Kuipers.
Van Tjadenhoeve naar Vaartwijk
De buitenplaats ‘Tjadenhoeve’, de oorspronkelijke benaming voor de beschreven behuizing in Westerbroek is eeuwenlang in het bezit van de familie Tjaden. Deze wordt in 1798 door erven van Raadsheer Rudolph Emmen (1724-1782) en Anna Margaretha Tjaden (1732-1797) verkocht. De verkoopadvertentie beschrijft de Tjadenhoeve als een ‘Aangename Buitenplaats met diverse bouw, weide en hooylanden, meestal zeer geschikt om te baggelen’.
De Groningse zaden- en graanhandelaar Willem Jacobszoon Hesselink (1752-1803), een oom van de later in Paterswolde residerende Abraham Derks Hesselink, is de koper van de (veen)borg en laat het huis in 1798 verbouwen tot buitenhuis ‘Vaartwijk’.
Het Doopsgezinde echtpaar Willem Jacob Hesselink (1752-1803) en Trijntje Hesselink-Hesselink (1768-1841) hebben in het Canterhuis gewoond in de Brugstraat en later ook het Gotisch Huis voor de jeneverstokerij zijn gaan gebruiken. Tegenwoordig is in die panden het Noordelijk Scheepvaartmuseum gevestigd. Er is een artikel over 'Het Gotisch Huis en het Canterhuis in de Brugstraat te Groningen” van A.T. Schuitema Meijer gepubliceerd in de Groningse Volksalmanak 1978-1979 waarin de geschiedenis van de familie Hesselink wordt toegelicht op pagina 52 en verder. Er bestaat een overdruk van dit artikel dat te koop is (was) in het Noordelijk Scheepvaartmuseum. (Bron: J.C.W. de Sauvage Nolting).
Deze naam heeft waarschijnlijk te maken met de ontginnings- of ‘baggel’ bezigheden van Hesselink en de vele vaarten in de omgeving waarlangs turf wordt vervoerd. Na Willem’s overlijden in 1803 volgen uiteindelijk zijn jongste zoon Hendrik Willemszoon Hesselink (1796-1867) en diens vrouw Catharina Blaupot (1817-1901) hem als eigenaren van Vaartwijk op.
Kadastrale kaart begrenzing beschermd gebied Vaartwijk. Kaarrt: Ineke van der Burg, april 1999. Bron: Beeldbank Rijksdienst voor Cultureel erfgoed. Licentie: Licentie Public Domain..
Op de scheidingsakte van Vaartwijk in 1885 wordt de buitenplaats als volgt beschreven:
‘De buitenplaats Vaartwijk genaamd bestaan uit Heerenbehuizing, hoven, tuinen met druivenkast en broeiramen, vruchtboomen, vijvers, boschen en lanen met zwaar opgaand en hakhout, groote boerenwoning, schuur, bijschuur, wagenhuis en tuinmanswooning benevens weide- bouw- hooi en veenlanden riet en water (…)’
Het is bekend dat Vaartwijk een indrukwekkende formele tuinaanleg in bezit heeft gehad. Dit blijkt onder meer uit een tekening van Gerrit Hesselink, een broer van Willem Jacobz. Hij heeft de formele aanleg van Vaartwijk in 1802 met de bijhorende landerijen naar voorbeeld van een afbeelding uit 1798 getekend. Hendrik Willemszoon en Catharina Blaupot hebben voor 1827 de formele tuin gewijzigd in een landschappelijke tuinaanleg, die voor het eerst op het Kadastraal Minuutplan (opgemaakt in 1827) zichtbaar is. De aanleg is omvangrijk, met achter het buitenhuis een lange, slingerende vijver. In het ‘bosch als grond van vermaak’ zijn twee vijvers aanwezig. Op de Topografisch Militaire Kaart van 1853 is eveneens de landschappelijke aanleg rondom Vaartwijk zichtbaar.
Uit historisch beeldmateriaal uit het huisarchief van Vaartwijk blijkt, net als uit de eerder beschreven verkoopakte, dat de appelhof voorzien is geweest van een oranjerie. In de twintigste eeuw is de landschappelijke tuin verkleind en zijn de bijgebouwen (waaronder een tuinmanswoning en boerderij) van Vaartwijk gesloopt. Tegenwoordig rest van de buitenplaats Vaartwijk het hoofdgebouw en de achterliggende slingerende vijver met kenmerkend en bijzonder reliëf. Roodbaard kan vanwege de familierelatie in Paterswolde en de ruimtelijke kenmerken betrokken zijn geweest bij deze aanleg. Door de lage grondwaterstand staat de vijver echter al enkele jaren zo goed als droog.
Voorzijde van het huis (Rijksmonument). Bron: Rijksdienst voor Cultureel erfgoed nr. 515628. Foto: Kasteelbeer, 11 juli 2005. Licentie: Creative Commons.
Het gebouw
Het is een bescheiden veenborg bestaande uit een onderkelderde verdieping onder doorgezwenkt schilddak. Brede omlijste ingang, bereikbaar langs stoep met twee wapenleeuwtjes. Grote vensters met roedenverdeling. Tot in de 19e eeuw is het geheel omgracht geweest. Hesselinks nazaten wonen er tot 1920, als het bos wordt gekapt en de landerijen worden verkocht. Het huis wordt in de jaren daarna onregelmatig bewoond en raakt in verval. De bijbehorende druivenkas is tijdens de Tweede Wereldoorlog vernield.
De veenborg is in 1962 gerestaureerd door J.H. Cobben. De dakgoten waren dichtgegroeid, de panelen kaal en de vertrekken uitgewoond. De beide lindenbomen voor het huis hebben met hun wortels de fundamenten doorboord en van de vroegere oprijlaan is door de begroeing niets meer te zien. J.H. Cobben. adjunct-directeur van N.V. Bouwbedrijf Knoop & Giezen te Groningen, laat het huis weer in oude luister herstellen en gaat er wonen met zijn vrouw en vijf kinderen. Cobben blijft er wonen tot 1985.
In 1985 wordt het monumentale veenhuis gekocht door een echtpaar uit Groningen. Later vindt er aardbevingsschade plaats. Met een fors bedrag van de NAM, alsmede van de bewoners, wordt de borg echter geheel in ere hersteld. De borg wordt anno 2021 nog steeds bewoond door door de weduwe van het gezin en haar zoon die er in 1985 zijn gaan wonen. Veenborg Vaartwijk en de tuin zijn niet te bezichtigen.
Het huis is een eenlaags gebouw, op een hoog onderhuis, opgetrokken in baksteen op een rechthoekige plattegrond. Het heeft een schilddak met grijze dakpannen en twee schoorstenen. De symmetrische voorgevel is vijf traveeën breed. De middentravee, waarin de entree met dubbele glazen deur is aangebracht, risalleert. Voor de ingang is een hardstenen, wigvormige stoep met eenvoudige balustrade geplaatst. Aan weerszijden van de middentravee zijn meerruitsramen geplaatst. Ook de achtergevel is symmetrisch en verdeeld in vijf traveeën, met in het midden een eenvoudige toegang tot het onderhuis.
Mr. Drs. J.C.W. De Sauvage Nolting voegt het volgende toe: 'Mijn vader vertelde altijd dat zijn vader, Hendrik/Henri de Sauvage Nolting (1886-1961), als klein jongetje de zomers op Vaartwijk doorbracht bij zijn Groningse familie en de kinderen dan met elkaar sliepen in een huisje dat direct naast de borg stond. Op oude foto’s is dat huisje nog te zien maar inmiddels is dat afgebroken.'
Het hekwerk (Rijksmonument) en de oprijlaan. Foto: ©Jur Kuipers.
Het huis staat op de oostelijke helft van een rechthoekig terrein, dat hoger ligt dan het omgevende maaiveld. Vanaf het einde van de Hesselinkslaan loopt een korte oprijlaan naar het ronde grasperk met grindpad midden voor het huis. Aan het begin van de oprijlaan staan de restanten van een hekwerk in Lodewijk XVI-stijl. Alleen de buitenste twee zandstenen hekpijlers zijn nog aanwezig, twee andere zijn afgebroken. Van het oorspronkelijke smeedijzeren hek resteert een zijstuk aan de buitenzijde van de westelijke pijler. Achter het huis ligt een smalle slingervijver, mogelijk deels ontstaan uit de oude gracht.
In 2004 zijn de het huis, parkaanleg en het hekwerk als rijksmonument opgenomen in het monumentenregister.
Ook het hekwerk is een Rijksmonument. Foto: ©Jur Kuipers.
Bewoners van de veenborg:
? – 1782 |
Rudolph Emmen gehuwd met Anna Margaratha Tjaden[27], ondertrouw 28-10-1753[28] |
1782 – 1797 |
Anna Margaretha Tjaden |
1797 – 1798 |
Erven familie Tjaden |
1797 – 1803 |
Willem Jacobsen Hesselink gehuwd met Trijntje Hesselink |
1803 – 1867 |
Hendrik Willemszoon Hesselink gehuwd met Catharina Blaupot |
1867 - ? |
Simon Hesselink gehuwd met Eva Helder |
? – 1954 |
Catharina Helder, ongehuwde dochter(13 januari 1880 - 21 januari 1955) van Anna Geertruida Helder-Hesselink (1850-1931) en Hendrik Helder (1849-1926). |
1961 – 1985 |
J.H. Cobben, met vrouw en vijf kinderen |
1985- heden |
Een echtpaar uit Groningen; hij is makelaar geweest en zij apotheker. In deze periode is er ook aardbevingsschade aan het pand ontstaan dat met veel geld van de NAM en het echtpaar uitstekend is hersteld. Anno 2021 wordt de veenborg nog bewoond door de weduwe en haar zoon. |
Voorgevel Vaartwijk te Westerbroek, Oudeweg 41. Foto: U. Th. Heins, Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, 14 mei 1998. Licentie: Creative Commons.
Vaartwijk, achterzijde met een deel van de slingergracht. Foto: Drs. A.J. van der Wal, mei 1969. Bron: Rijksdienst voor Cultureel erfgoed. Licentie: Creative Commons.
Meer lezen: Overzicht van de familieleden Hesselink die in de periode 1747 tot en met 1850 eigenaars zijn geweest van het CANTERHUIS en later, rond 1800, tevens van het GOTISCH HUIS aan de Brugstraat te Groningen.
|